Hij voerde de witte stukken als de legendarische Tigran Petrosian, bijgenaamd “De Wurger”. Door het vastzetten van de vijandelijke damevleugel, belette hij Maaskant zich voldoende te ontwikkelen. Vervolgens gaf het ruimteoverwicht de witspeler de kans de partij bekwaam af te maken. Doeswijk deed iets dergelijks tegen De Nie. Hij profiteerde optimaal van de zwakke zwarte velden van zijn tegenstander, die het opgaf omdat hij eigenlijk geen goede zetten meer had. De kop van de ranglijst veranderde niet. De vier koplopers wonnen vrij eenvoudig. Adrie De Jonge nam een “vergiftigde” pion aan van Vd Graaf. Hij moest het bekopen met het verlies van een toren.