Sjaak had zich goed voorbereid op de ontmoeting met Martin. Via een omweg bereikte hij de Maroczy opstelling waarbij wit veel ruimte heeft en zwart een probleem waar zijn stukken te zetten. De partij ging evenwel gelijk op tot Martin zijn dame op e6 zette en pas later zag dat Sjaak met een torenoffer mat kon geven. Dacht Martin. Later bleek dat het torenoffer hoogstens gelijk spel opleverde. Sjaak deed de verwachte paardzet en Martin gaf een pion om de aanval af te zwakken en dames te ruilen. In het resterende eindspel had Martin het initiatief maar Sjaaak een pion meer, wat uiteindelijk de doorslag gaf.

Jac Weeland speelde de Sokolsky opening (b4) tegen Paul Greefhorst, die deze niet met d5 maar met e5 beantwoordde. Er ontstond een leuke opening waarbij Paul de aanval zocht, maar Jac toch het betere spel kreeg. Toen Paul een zet van Jac letterlijk over het hoofd zag ging het helemaal mis, waarna Jac een prachtige aanval kon opbouwen en hij de partij ook grandioos afmaakte.

Kees van den Nieuwedijk opende met d4 c4, waarbij Fokko Baakman antwoordde met Pf6 c5. Fokko ging voor het Boedapester gambiet waar Kees niet op in ging. Hierdoor ontstond een rommelige partij waarin Fokko een stuk achter kwam tegen twee pionnen, maar wel meer spel hield. Toen Fokko een fout maakte en een toren weggaf was het gedaan en gaf hij

John van Dalsen wist na een lange partij Jan Heiligers uiteindelijk mar te zetten.

Eric Bouman opende met Pf3 tegen Ben Snethorst, waarna..d6 2 e5 en Pd7 volgde. Een soort Leeuw opstelling dus. Ben kwam niet lekker uit de opening waardoor Eric het betere spel kreeg en kon aanvallen. Ben kon dit niet meer rechtzetten, verloor zelfs een kwaliteit en gaf uiteindelijk op.

Frans Nijmen, met zwart tegen Peter de Vrieze, schoof in het begin- en middenspel veel beter dan Peter en kwam een toren en twee pionnen voor. Peter offerde later een pion en loper, maar kreeg daar een penning van de dame op de koning voor terug. De dame werd gewonnen tegen een toren. Met zijn dame kon Peter vervolgens op pionnenjacht en kon hij ook nog andere stukken overmeesteren. Beide spelers kwamen later remise overeen.

In een geweigerd damegambiet kon Kees Bimmel met wit de ontwikkeling van de stukken van Piet de Vreede vertragen. Dit bood hem de gelegenheid een sterk centrum op te bouwen dat als basis diende voor een aanval op de koningsvleugel. Bimmel zag kans om een ijzersterk paard op d6 te posteren ter ondersteuning van de aanval op f7. De Vreede verdedigde nauwkeurig maar kwam steeds meer onder druk te staan. Rond een uur of half elf kon Bimmel via het slaan met zijn dame op h7 de vijandelijke stelling binnen vallen. De Vreede had deze zet niet voorzien en deelde mee rond dit tijdstip moeite te hebben met het kiezen van de juiste voortzetting. Bimmel kon de aanval afronden met een vorkje op de koning en de dame van de Vreede, die opgaf.