Rick van de Breevaart trof op het zesde bord de praeses van zowel de Zeeuwse schaakbond als van sk Souburg. Beide spelers zijn de laatste maanden in een neerwaartse spiraal terecht gekomen en het was de vraag wie zich vanmiddag weer wat kon oprichten. Nadat zwart (in een Spanjaard) een aantal zetten aan wit de mogelijkheid gaf om een centrumpion op te pikken besloot van de Breevaart dit uiteindelijk maar te doen. Door een dreiging van mat achter de paaltjes kwam hier nog een pion bij en zou er ook nog een derde gaan vallen. Vermue geloofde het toen wel waardoor de weg omhoog weer is ingeslagen voor van de Breevaart en hij daarmee alsmede ZSC op 1-0 bracht.

Sebastiaan Koedoot geloofde het een tijdje later ook wel. Eigenlijk geloofde hij het na een zet of negen al wel, maar je weet maar nooit hoe een partij nog kan lopen. Op het derde bord trof hij in Carl Schoor een tegenstander die de laatste paar ronden in de hoofdklasse aan het scoren is geslagen, daar waar Koedoot - na twee winstpartijen in het begin van het seizoen - de laatste twee ronden nullen liet noteren. Omdat Koedoot geen zin had in een symmetrische stelling besloot hij maar eens iets anders te proberen. Het was zeker wel een ‘officiële’ openingsvariant, maar ja dan moet je wel weten hoe het dan verder moet. Op zet vijf ging het in die mate al mis dat er een keuze moest worden gemaakt hoe het schaak op te heffen. Na een kwartier naar het bord staren werd het de dame, waar het volgens de theorie de loper moet zijn. Vanaf dat moment was het achter de feiten aanlopen. Dit was mede te ‘danken’ aan Schoor welke secuur speelde en bijna continu de beste (computer)zetten deed. Het offeren van een stuk voor twee pionnen bracht Schoor eveneens niet van zijn stuk. Sterker nog, door sterk spel pikte hij nog twee pionnen mee, waardoor de witte voorsprong een heel licht stuk (loper) werd. Nadat het gevaar van mat achter de paaltjes werd geneutraliseerd had Koedoot na dertig zetten niets meer om voor te spelen. Goede overwinning van Schoor en three in a row voor Koedoot: ach ja, viermaal scheepsrecht is driemaal scheepsrecht 2.0 denken we dan maar.

Bart Hertog was op het einde van zijn partij tegen Martin de Bock ook niet met zijn gedachten waar ze hadden moeten zijn. Op naar eigen zeggen nog steeds op onverklaarbare wijze wilde hij in het eindspel de koning zetten, maar pakte hij de pion: eigenlijk was hij dus wel met zijn gedachten waar ze moesten zijn, maar waren zijn vingers ergens anders. In de opening had hij een pion gegeven om ontwikkelingsvoorsprong te krijgen. In het middenspel werd de dame van Hertog geruild tegen een zwarte toren en loper. De positie van de stukken was zo dat Hertog het positionele overwicht had en volgens de omstanders het betere van de stelling had, maar ja het blijft gaan om de weakness of the last move. Met dit nulresultaat komt er een einde aan de mooie serie die Hertog tot nu toe in dit seizoen heeft laten zien.

Hans: Verassend genoeg speelde ik tegen Max Toeternel i.p.v. Corne Boogaard. Ik had wit en het werd een Dame-gambiet, normaal een gesloten stugge verdediging. Maar vandaag niet. Max speelde eerst Le7 en daarna Da5. Dat past niet bij elkaar en na ruilen op d5 en Dc2 stond de dame doelloos op a5 en had wit al een prettig plusje. Toen Max op de 10e zet een ruil-aktie starte kwam zijn koning op e7 te staan en had ik voorsprong in ontwikkeling. Ik offerde twee pionnen om op b7 te kunnen slaan en snel f5 te kunnen spelen. Max nam de tweede pion niet aan maar opende de d-lijn voor tegenspel. Dat pakte helemaal verkeerd uit, met Dame een paard op d6 en een toren kon ik op zijn onveilige koning jagen. Op zet 27 gaf hij op.

Sjaak Spiegels speelde met wit tegen Sipke Cuperus. Na de opening probeerde Sjaak een aanval in het centrum te plaatsen. Echter kon Sipke zijn stukken goed plaatsen en nam de witte pionnen onder vuur. De pionnen kon nog wel verdedigd worden, maar wit kwam niet tot aanvallend spel. Dit veranderde opeens toen zwart twee mindere zetten speelde. Eerst speelde zwart zijn paard op de dame vleugel naar de rand en vervolgens rokeerde hij op de koningsvleugel. Dit was de mogelijkheid waar Sjaak op wachtte. Hij lanceerde een pionnenstorm op de zwarte koningsstelling. De f-pion viel de koningsstelling aan en zwart moest een paard geven om de aanval in eerst instantie te stoppen. Hierna offerde wit een kwaliteit om de koningsstelling van zwart geheel te ontmantelen. Zwart nam de kwaliteit en moest toen concluderen dat wit een niet te stuiten aanval had en gaf de partij op.

Jean Pierre speelt normaal Londens, maar sloeg nu al d4xc5 p[ de derde zet en kwam na het opspelen van zijn b-pion met een zwakke c-lijn te zitten. Ik (Martin) ontwikkelde alles goed en stond beter. Maar dan, ja, hoe dan verder? Ik besloot mijn centrumpionnen op te spelen, maar toen kwam er ruimte voor de dame van JP. Tijdens mijn jacht op haar kwam er ruimte in de stelling, en ik in de problemen. JP was duidelijk niet in goeden doen, hij overzag een paar keer een betere voortzetting. Uitendelijk kon ik met een pionoffer een mataanval inzetten wat mij als speler én als teamleider een mooie schaakmiddag bezorgde.

Olaf: Afgelopen dagen waren nogal hectisch omdat mijn vrouw plotseling geopereerd moest worden, achteraf valt het relatief mee maar blijft een aantal maanden thuis herstellen. Daarom donderdag afgezegd om zaterdag te schaken en een uur later zei mijn vrouw waarom gaat je niet schaken ?....Zo gezegd zo gedaan en rij ik naar het knusse Zierikzee. Een paar weken geleden had ik een aantal partijen kort bekeken van Max Toetenel. Corne Boogaerd speelt altijd e4 en met scandinavisch wat ik al 35 jaar speel en geen voorbereiding meer doe. Ook tegen Corne heb ik vanaf 1985 circa 5 partijen gespeeld waarvan 4 gewonnen. Groot was mijn verbazing dat Souburg een “tactische opstelling” had...bord 1 en 2 waren omgewisseld.....dat liep dus slecht af, voor Souburg dus ! Achter het bord plaatsnemend was ik toch de voornaam even kwijt van mijn tegenstander....die 50 jaren zullen wel tellen. Dus geschiede een scandinavische opening die hij had voorbereid met 3 Lb5 en 4. Lc4 (1 e4 d5, 2 exd Pf6, 3 Lb5 Ld7, 4 Lc4 Lg4, 5 Lc8 Pc3 Pbd7). Allemaal theorie, en later kwam zwart vanaf de 18e in licht voordeel (volgens Fritz) door iets mindere zetten van wit. Corne had op dat moment een half uur meer nagedacht. Zodoende kon ik prima bij de andere borden kijken ; bord 2 van Hans stond zeer goed, alsmede ook Martin had een veel betere stelling. Rick (in het begin een pion voor in gelijke stelling) en Bart (stond met ver opgerukte pionnen richting de vijandelijke koning) ook goed. Alleen bij de partij van Sebastiaan zag het vanaf de opening slecht uit (geïsoleerde mindere centrum pion zonder dames). Alles opgeteld zag het er zonnig uit voor ZSC ! Tegen Corne werd mijn voordeel steeds groter en bij de 26e zet groot voordeel zwart met materiaal winst. Na de tijdcontrole speelde wit nog lang met een stuk minder tegen beter weten in, uiteindelijk ga hij het op en was de tussenstand 5-2 met nog 1 partij te gaan die of remise was of verlies kon worden voor Arend. Toch een knappe overwinning van Zierikzee tegen het sterke Souburg !

Arend speelde de opening niet goed. Jan maakte goed gebruik van de fouten die ik maakte. Ik raakte in tijdnood en was blij dat ik naar een eindspel kon afwikkelen met ieder een toren en ongelijke lopers. Jan stond nog steeds beter, maar gelukkig kon ik het met veel moeite remise houden.