Sjaak Spiegels kwam goed uit de opening en hield een zwakke centrumpion van Martin Krijger voortdurend onder druk. Krijger ontworstelde zich voorzichtig en veroverde het initiatief. Tegen het eind van de partij kwam Spiegels in hevige tijdnood, maar produceerde desondanks enkele verrassende en sterke zetten. Spiegels kreeg weer het initiatief, en beiden besloten met elk nog 30 seconden tijd over tot remise.

Hans Aangeenbrug slaagde er pas in het verre eindspel in zijn voordeel tegen John van Dalsen in winst om te zetten. Van Dalsen kon lang stand houden omdat hij de stelling gesloten kon houden, maar toen er eenmaal veel materiaal geruild was, kregen de stukken van Aangeenbrug de overhand.

De partij van Kedem Gutkind en Peter de Vrieze ging lang vrij gelijk op. Toen beiden minder dan vijf minuten bedenktijd over hadden, bood De Vrieze remise aan. Gutkind zag nog kansen en wilde doorspelen. Even later blunderde De Vrieze door een dame en een koning op één rij te zetten, waardoor Gutkind met een loper beiden kon aanvallen. Zonder dame is het slecht schaken, en De Vrieze gaf op.

Bas van de Graaf opende het niet zo bekende loperspel en Paul Greefhorst reageerde intuïtief met de goede zetten, wat toch wel duidt op talent. Pas in het verre eindspel kon Van de Graaf de stelling in winst omzetten, dankzij een zwakke dubbelpion in de stelling van Greefhorst.

Dankzij zijn achtste overwinning op rij, nu op Piet de Vreede, schoof Kees Bimmel op naar de zesde plaats.

Teun Brouwer, die bezig was aan de bijzondere reeks van om de beurt drie keer verliezen en drie keer winnen produceerde zijn eerste remise van het seizoen. De met zwart spelende Jan Verduyn den Boer leek Brouwer de nederlaag te bezorgen, die op basis van de reeks te verwachten was, maar met inzet van alle krachten sleepte Brouwer een remise uit het vuur. Overigens is de reeks nog steeds bijzonder: om en om drie keer niet winnen, drie keer wel winnen, en dat al negentien speelronden lang…