Tegenstander Martin Krijger reageerde voorzichtig, en een sterk positioneel gevecht ontwikkelde zich. Aangezien beide spelers nagenoeg foutloos speelden, werd de remise-grens niet doorbrolen. De partij tussen Hans Aangeenbrug en Sjaak Spiegels daarentegen, zat vol tactische- en offerdreigingen van weerskanten. Het was een mooie partij, die in het voordeel van Aangeenbrug eindigde, omdat Spiegels, wel wat slechter staand, in hoge tijdnood een foutje beging. De partij tussen Adrie de Jonge en Herman Jukkenekke had een opmerkelijk verloop. Jukkenekke speelde zijn geliefde Boedapester verdediging. Hij speelde de eerste zetten op de automatische piloot, en overzag dat De Jonge het net even anders deed, en via een tussenschaakje de zwarte zwarte loper incasseerde. Met de moed der wanhoop trok Jukkenekke ten aanval. De Jonge pareerde koelbloedig de dreigingen, en ging weer denken aan een eigen offensief. Maar overzag één dreiging. In hevige tijdnood, en met een stuk minder, kon Jukkenekke plotsklaps mat geven. Schaken kan hard zijn, en onrechtvaardig lijken. Het gaat er vaak om, wie de laatste fout niet maakt. Henny de Jonge speelde een uitstekende partij. Vanuit de opening ontwikkelde zij een goede stelling, en met een venijnig zetje won zij een stuk. Ondanks heftige pogingen van Dick Doeswijk gaf zij geen krimp. Alex de Nie begon goed tegen Stoffel Stoel. Met risico, en een open stelling, speelde hij vol op winst. Toen hij echter dames ruilde, kreeg Stoel tegenkansen, en kwam beter te staan. De Nie zag zich gedwongen een toren te offeren, om vervolgens met “eeuwig schaak” remise te forceren. Dit wil zeggen: je kunt altijd schaak blijven geven; de tegenstander kan er niets meer tegen doen. Niels Meintema steeg weer in de top-tien, door Han vd Made te verslaan. Laatstgenoemde is iemand, die zelden verliest. In een spannende partij, overzag hij een dreiging, waarvan Meintema optimaal profiteerde.