In de 20e ronde van de Zierikzeese interne schaakcompetitie liep Sjaak Spiegels door zelf te winnen weer iets verder uit op zijn achtervolgers. Zelfs al zou hij nu vier keer op rij verliezen, dan nog zou hij aan kop blijven. In de strijd om de tweede plaats won Kees van den Nieuwendijk van Martin Krijger.

Fokko Baakman koos voor een rustig strijdplan tegen lijstaanvoerder Sjaak Spiegels en posteerde zijn stukken solide in het centrum. Het nadeel was dat ze elkaar eigenlijk in de weg stonden, waarvan Spiegels profiteerde door een pion te winnen. Nadat nog enkele stukken geruild werden kreeg Spiegels meer ruimte en kwam Baakman toch wel in de verdrukking. Met een wilde aanval probeerde hij uit te breken maar dat verergerde de situatie alleen maar. Het kostte hem een stuk waarna hij opgaf.

In de strijd om de tweede plaats kwam Martin Krijger met voordeel uit de opening. Kees van den Nieuwendijk had het moeilijk maar was toch niet bang een pion te pakken wat voor Krijger nog meer druk opleverde. Die offerde zelfs nog een pion voor een beslissende aanval. Helaas voor hem was het beslissend in het voordeel van Van den Nieuwendijk, die iets beter gerekend had. Het eindspel was met twee pionnen meer gewonnen voor Van den Nieuwendijk.

Pieter Jan van Strien en Jan Heiligers speelden een gelijk opgaande partij tot Heiligers in het eindspel een foutje maakte. Van Strien, altijd loerend op een kansje, brak door met zijn koning en de nu machtige vorst maakte het karwei op koele wijze af.

Kees Bimmel opende met de damepion waarop Peter De Vrieze het Grünfeld-Indisch van stal haalde. Beide spelers fianchetteerden hun koningsloper en de strijd om het centrum begon. Na het opspelen van de e-pion kon Bimmel een sterk centrum opbouwen en een paard ver in de zwarte stelling plaatsten. Dit paard, een nachtmerrie, verlamde de zwarte stelling. Bimmel begon zijn aanval op de damevleugel wat De Vrieze nog goed kon verdedigen. Toen Bimmel daarna via het centrum naar de koningsvleugel switchte belemmerde het sterke paard dat De Vrieze dit ook nog op kon vangen. Hij verloor een loper waarna Bimmel met een fraaie matcombinatie de partij besloot.

Paul Greefhorst speelde een heel leuke partij tegen Frans Jansen, met veel vuurwerk en een prachtig eindspel; dat wil zeggen, het tweede potje tussen beide heren was leuk. In het eerste, het officiële, blunderde Greefhorst al op de vierde zet een stuk weg en een wanhoopspoging er nog iets van te redden kostte hem op de elfde zet minstens een kwaliteit.

Frans Nijman kreeg een dubbelpion op de e-lijn, waarvan Marnix den Boer dacht te kunnen profiteren. Dit ging echter ten koste van zijn eigen ontwikkeling en Nijman kwam maar liefst drie pionnen voor te staan. Den Boer echter kwam sterk terug en Nijman stelde remise voor. Na het nodige denkwerk sloeg de Boer dit aanbod af en won het resterende eindspel.

Jac Weeland speelde als altijd 1.b4 en ging direct in de aanval op de koning van Piet de Vreede. Deze verdedigde nauwkeurig en hield remise doordat de lopers van ongelijke kleur waren.