Gezien het gemiddelde ratingoverwicht ad circa 130 punten van de Sassenaren was de uitslag van 2-6 niet zo schokkend eigenlijk. Ook op 27 september 2014 werd immers met dezelfde cijfers verloren in de Statie. Wat meer ontroerend en aangrijpend was om te bemerken, was de individuele passie (gepaard gaand met afschuw en zelfkwelling soms) die, los van de tussenstand in de wedstrijd, deze zaterdagmiddag voor zichzelf sprak. Toewijding die doet denken aan vervlogen tijden van het romantische schaak, maar eigenlijk immer aanwezig is geweest sinds het ontstaan van het oh zo weerbarstige schaakspel.

Heel vroeger duurde een partij soms dagen, omdat er geen regels omtrent bedenktijd waren. Minder heel vroeger werden partijen nog wel eens afgebroken: er werd dan een zet afgegeven in zo een verzegeld envelopje (ik ben zelf ook nog wel eens voor één (en uiteraard de enige remise makende) zet heen en weer richting een cafeetje in Middelburg getuft (dus zoveel minder heel vroeger kan dat dan ook weer niet geweest zijn  )). Nog niet eens zo lang geleden duurde een partij maximaal zeven uur en anno 2015 moeten er 40 zetten worden gedaan binnen ruwweg 90 + 20 = 110 minuten. Deze reis door de tijd gaat echt ergens naar toe, want deze middag was er niet één, maar zelfs twee schakers die zo opgingen in (de passie voor) hun partij dat ze ‘gewoon’ zonder blikken of blozen door de vlag gingen omstreeks zet 32: het attenderen hierop door hun tegenstanders kreeg ze bijna zelfs niet uit hun concentratie. Die zichtbare devotie voor het spel is veel mooier dan de uiteindelijke teamuitslag, hoewel natuurlijk bij teamwinst de observatie van voorstaande de nu aanwezige grimlach waarschijnlijk was vervangen door een dikke glimlach.

En tijd voor observatie was er meer dan genoeg voor Sebastiaan Koedoot en Henk de Ridder. Na beiden (on)bewust dertien zetten theorie op het bord te hadden gebracht wilden beiden hun stelling niet verslechteren en werden er door zetherhaling toch nog zestien zetten gehaald, alvorens remise overeen te komen. De observatie van de overige borden gaf al snel een duidelijke tendens aan. Op het moment dat een willekeurige speler dan ook kwam vragen hoe we ervoor stonden, omdat hij een remise-aanbod overdacht, was het antwoord kort en bondig: slecht!

Rick van de Breevaart stond zeeën van tijd voor tegen Frans Snijders, maar overzag in gedrongen stelling een torenoffer op h2 gevolgd door een mat. Hans Aangeenbrug wist de enige winstpartij te scoren voor ZSC. In een interessante stelling verloor Herman van de Wynkele. In eerste instantie zichzelf in zijn denkproces welteverstaan, waardoor de aftellende ‘innocent bystander’ opeens de scherprechter werd. Van de Wynkele werd uit zijn denkproces opgeschrikt, doordat Aangeenbrug hem op het vlagsymbool op de digitale klok wees.

Kort daarna moest Arend Bandsma de figuurlijke vlag strijken. Hij stond heel de partij minder, maar gaf zelf aan lekker geschaakt te hebben, omdat de stelling altijd nog wel enige perspectief bood. Gert van Rij verslapte echter niet en zodoende kwamen de Sassenaren weer op voorsprong. Een voorsprong die snel werd uitgebreid, doordat Martin Krijger de geste van van de Wynkele retourneerde door in overwegende stelling in gepeins in een weg naar winst letterlijk de vlag te strijken. De schaakzolder lijkt de teamcaptain van ZSC dit seizoen niet goed gezind: na eerder de telefoon werd nu de klok hem fataal: in vroegere tijden werd een schaakmeester niet lastig gevallen met en door deze futiliteiten!

Krijger had zijn partij opgezet in de wetenschap dat hij wilde winnen, maar niet mocht verliezen: een beetje voorzichtig dus. En zo ging het ook. Met zwart kreeg hij langzamerhand het initiatief. Zijn stukken stonden aanvallend gericht, de witte vesting was gedrukt. Nu is er in elke partij wel minimaal één moment dat je een belangrijke beslissing moet nemen. Zoals nu ook, op een veilige manier verder gaan, of door risico te nemen voor de winst te gaan? Krijger dacht lang na en ging, ook omdat het team met 4-2 achter stond, voor de winst. Het leverde hem inderdaad een kansrijke stelling op, maar het kostte veel bedenktijd. Teveel… Opeens zei iemand: “klok”. Verstoord keek Krijger op, wie bemoeide zich met zijn partij? Het bleek Bart de Vogelaere te zijn, zijn tegenstander, die het met enige schroom zei. Tja.. Krijger schudde zijn tegenstander vrij stevig de hand, de emotie moest eruit. Hij dacht zelf dat het remiseachtig was, de Vogelaere dacht dat hij toch wel minder stond. De computer gaf aan dat Krijger inderdaad wel beter stond, kansrijk, maar nog lang niet gewonnen.

Alsof de partijen afliepen in domino-stijl werd min of meer op hetzelfde moment remise overeengekomen tussen Sjaak Spiegels en Adrie den Hamer. Wanneer er niet meer inzit, zit er gewoon niet meer in. Ging dat trouwens maar ook op voor de gifbeker, want die leek vanmiddag maar niet leeg te raken. Ondanks kranig tegenspel werden de zwarte stukken van John Gommers toch teveel voor Ben Snethorst.

Tenslotte was als laatste der ZSC-ers Joost van Eenennaam nog bezig een toreneindspel met een pion minder te keepen. Hij speelde een goede opening, waarin hij door met zijn dame in te slaan op b7 twee gezonde pionnen had kunnen komen voor te staan. De uitzondering op de regel “sla nooit op b7, ook als het goed is” dus. Helaas brak van Eenennaam deze regel niet en sloeg niet. Na een door Rudi Pauwels geweigerd remiseaanbod, had van Eenennaam het eindspel gelijkwaardiger kunnen houden door actief toren c1 te spelen in plaats van tempo’s te verliezen met zijn dame. Hierdoor kon Pauwels op de tweede rij binnenvallen met zijn torens, een pionnetje mee snoepen en uiteindelijk na torenruil de eindstand op het bord te zetten. Schaken is soms een harde leerschool.

De volgende ronde staan er (alweer) cruciale partijen op het program. Alle teams spelen tegen het team met hetzelfde aantal wedstrijdpunten. Koploper tegen medekoploper. Nummer drie tegen mede-nummer drie. Nummer op-één-na-laatst tegen gedeeld nummer op één-na-laatst. Oftewel naar (be)grijpbaar Nederlands: HWP 4 – Souburg 2, ZSC – DZD en Scheldeschaak tegen Middelburg. En of Het Witte Paard de echte Goliath is van deze klasse? Afgelopen seizoenen is ze wel vaker op het einde onderuit gegaan, wat niemand had zien aankomen. Hopelijk voor haar gebeurt ze dat dit keer niet, maar wie weet staat ook dit jaar de echte David weer op…

Epiloog: om nog een antwoord te geven op één van de langs komende onderwerpen tijdens de napraat/epiloog tussen de coryfeeën en de corveeër aan de bar: artikel 25 van het ZSB-reglement luidt “Aan het team dat in een wedstrijd de meeste bordpunten behaalt, worden 2 matchpunten toegekend; behalen beide teams evenveel bordpunten, dan wordt aan elk 1 matchpunt toegekend.”.