Sjaak Spiegels kwam goed weg tegen Peter de Vrieze. In het begin wist Sjaak de stelling van Peter onder druk te zetten. Met het ruilen van twee lichte stukken wist hij twee dubbelpionnen bij Peter te creëren. Omdat de stelling nog heel gesloten was, kon Sjaak deze pionnen niet genoeg aanvallen. Toen hij probeerde een doorbraak te maken op de dame vleugel leverde dit een pion op. Peter verdedigde zich met zwart verder bekwaam. Toen Sjaak de stelling probeerde op te breken leek het voordeel volledig te verdampen. Omdat Peter niet de juiste verdediging speelde werden de witte dame en loper gevaarlijk voor de zwarte koning. Peter zag donkere wolken boven zijn stelling en gaf op. Na afloop besefte hij iets te snel had opgegeven, de stelling was gewonnen voor zwart maar zeker niet gemakkelijk te winnen.

Frans Jansen kon het niet laten. Zodra pion f7 enige zwakte vertoont, wil hij daar offeren. Nu met een paard. Het leverde hem zware weerstand op omdat John van Dalsen nu met een stuk meer speelde, maar uiteindelijk toch wel de overwinning.

Piet de Vreede slaagde erin met zijn dame de vijandelijke stelling en zo veel verwarring te stichten dat hij Mark van Rooten tot opgave kon dwingen.

Eric Bouman en Frans Nijman begonnen voorzichtig, pas op de 16e zet werd de eerste pion geslagen. Toen Bouman even later met een toren de vijandelijke dame kon aanvallen kwam hij in het voordel. In het eindspel won hij een loper en na een dubbele aanval op koning en dame haalde hij de winst binnen.

René van Rikxoort en Wim van de Waarsenburg maakten er een levendige en spannende strijd van. Van beide kanten werden de koningen zwaar belaagd waarbij geen risico uit de weg werd gegaan. Het mag een wonder heten dat dit spektakelstuk toch nog in remise eindigde.

Pieter-Jan van Strien kon met een centrumpion doorbreken, de stelling van Teun Brouwer vastzetten, en na een foutje van Teun Brouwer de winst binnen halen.

Tussen Fokko Baakman en Martin Krijger onstond een dans om vrije velden. baakman probeerde ruimte te pakken door actie op beide vleugels waarna Krijger gedwongen was zijn koningspionnen ver op te spelen. Baakman zag een vorkje over het hoofd wat hem een paard kostte, maar had dit even later weer terug toen Krijger dacht een dame te gaan winnen maar ook een paard verloor. Braakmans koning kwam steeds meer onder vuur te liggen wat Krijger uiteindelijk d winst opleverde.

In de partij tussen Marnix den Boer en Paul Greefhorst ging het overwicht steeds van de een over op de ander. In de opening verloor Paul een pion, maar toen hij met zijn dame de pionnen op b2 en c2 wist te slaan sloeg het overwicht om in zijn voordeel. Door een hele foute torenzet wist Marnix dankzij een tussenschaakje de twee volle stukken tegen een pion te pakken en leek de partij beslecht in zijn voordeel. Paul kon nog jacht maken op een toren van Marnix en die aanval verkeerd verdedigde waarna Paul per saldo met een kwaliteit voorsprong (twee torens en vier pionnen tegen toren, paard en vier pionnen) het eindspel kon ingaan. Na een torenruil kon Marnix zijn f-pion naar de 5e rij dirigeren, terwijl Paul de sleutelvelden voor Pauls vrije c-pion buiten bereik van zijn koning lagen. Marnix probeerde verschillende keren, via onder andere dreigende vorkjes, zijn pion en paard te ruilen tegen de toren, maar Pauls wist dit steeds te voorkomen en nadat hij eindelijk de f-pion van Marnix had geslagen wist hij ook langzaam maar zeker de sleutelvelden van zijn vrije pion op te zoeken met zijn koning. Met zijn toren kon hij Marnix koning en paard de hoek indrijven waar hij Marnix uiteindelijk na 77 zetten mat kon zetten.

Kees v.d.Nieuwendijk verdedigde zich met de als “De Draak” bekend staande variant van het Siciliaans. Op de 14e zet speelde hij f6 en opende hiermee de diagonaal a2-f7. Een tactische fout waar Bimmel direct van profiteerde. Bimmel gaf een schaakje met zijn loper op c4 en plaatste vervolgens deze loper op e6 midden in de vijandelijke stelling. Deze voorlopig onaantastbare loper verlamde de zwarte stelling. Bimmel dacht de Draak te kunnen verslaan en ging op jacht naar de zwarte dame. Het was bijna gelukt. De zwarte dame kon op het nippertje een veilige plaats vinden. Op dat moment stond zowel de witte stelling (in de aanval) als de zwarte (in de verdediging) vast. Bimmel kon geen extra stukken meer inzetten die de aanval konden versterken. De zwarte verdediging van v.d.Nieuwendijk stond weliswaar gedrongen maar bood geen openingen. Na het afruilen van de beide “witte”lopers werd nog een aantal zetten doorgespeeld waarna v.d.Nieuwendijk remise aanbood. Dit werd geaccepteerd.