In een Siciliaanse partij kwam Marnix den Boer met wit tegen Kees Bimmel beter uit de opening. Door een onnauwkeurigheid van Bimmel ging een centrum pion verloren. Een fraaie zet van den Boer dwong Bimmel een paard af te ruilen waardoor den Boer een vrijpion kreeg. Deze vrijpion rukte op naar de 6e rij. Den Boer besloot deze pion met zijn “zwarte” loper op de 7e rij te dekken. Bimmel kon deze pion met zijn paard blokkeren waardoor de “zwarte loper” van den Boer werd gedegradeerd tot een gewone pion. Omdat den Boer zijn “zwarte”loper niet kon activeren had Bimmel in feite een stuk voorsprong in de vorm van een paard. Hierdoor had hij meer speelruimte. Door een fout van den Boer kon Bimmel schaak geven d.m.v. een vork op koning en toren. De toren ging verloren en daarmee de partij. Den Boer speelde nog door maar zag na enige tijd geen mogelijkheden meer en gaf op.

Sjaak speelde tegen Jac een vlijmscherpe partij. Beide spelers lapte de openingsregel volledig aan hun laars. De regel 'breng je dame niet te vroeg in het spel' negeerde Jac volkomen. Hij stuurde op zet drie zijn dame naar voren. Sjaak had ook lak aan de regel 'speel maar een keer met een stuk in de opening'. In de eerste zeven zetten speelde hij vier maal met hetzelfde paard. Door dit onconventionele spel ontstond er een stelling met veel moeilijk combinaties. Sjaak wist een koningsaanval op te zetten en drong zwart terug in de verdediging. Jac stond klem en Sjaak voerde de druk gestaagd op. De zwarte stelling kraakte en Jac kreeg het niet meer uitgerekend en verloor door tijdsoverschrijding.

Ben Snethorst had een makkie tegen Paul Greefhorst, die zijn avond niet had en de ene fout afwisselende met de andere blunder en na 20 zetten opgaf.

Kees van den Nieuwendijk kwam met ruimtelijk overwicht uit de opening, maar Martin Krijger kon het gevaar redelijk indammen door de pionnen op de e- tot en met de a-lijn min of meer klem te zetten. Kees ging toen maar over de f-lijn de vijandelijke koningsstelling aanvalle. Martin wist telkens de goede verdediging te vinden, en leek zelfs een kans op een eigen aanval te krijgen. Dit zag Kees niet zitten en hij schoof ook de resterende pionformaties in elkaar. Pot-remise. Er was nog niet één pion geslagen. De pionformatie van Martin stond zelfs keurig afwisselend op de 5e en 6e rij.

Teun Brouwer, die een hekel heeft aan paarden, speelde zijn favoriete spel en wist zijn twee lopers om te ruilen voor de twee zwarte paarden. Tegenstander Frans Jansen rokeerde daarna lang en Teun kort, maar kreeg daarna een zware druk op zijn koningsstelling. Een door Teun onderschatte dubbele penning resulteerde uiteindelijk in een mat op g2.

Wim van de Waarsenburg dacht weer rustig met schaken te beginnen, maar had in Chris van Eldik een fanatieke tegenstander die met een prachtige aftrekschaak Wims dame van het bord zou vegen. Wim kon er echt helemaal niets voor terugkrijgen en gaf terecht op.

Na de opening volgde een afruil waarbij Marco Vieveen een stuk tegen drie pionnen van Fokko Baakman kreeg. Fokko had ook een kwaliteit meer en met een aftrekschaak veroverde Fokko ook nog een loper tegen twee pionnen. De kwaliteit en de extra pion waren genoeg om de winst binnen te halen.

In het middenspel stonden ineens twee zwarte stukken van Eric Bouman in. Erik koos er voor de loper aan Peter de Vrieze over te geven. Peter gaf echter 15 zetten later zijn paard zomaar weg en de balans kwam weer in evenwicht. Peter herstelde zijn fout snel door twee zetten later met zijn toren op de achterste lijn een röntgenschaak te geven waardoor Erics toren viel en hij opgaf.