Sjaak beslecht pleit, maar welk(e)?

Scherpenisse – 7 november 2015

Schaken is een rationele sport. Een sport van pure logica. Met deze wetenschap is het dus vooraf duidelijk dat na een verlies van 3,5 – 4,5 tegen de Zwarte Dame, een gelijkspel van 4-4 tegen Het Witte Paard 4, het nu statistisch tijd was voor een winst van 4,5 – 3,5. Er zijn in de statistiek echter ook nog termen als waarschijnlijkheid en betrouwbaarheid. Toch zou deze (eigenlijk compleet irrationele) hypothese van de voorspelde 4,5 – 3,5 uiteindelijk benaderd worden. Zeker als je er een betrouwbaarheidsinterval van 68% (of zelfs 95%? Die lessen zijn te lang geleden) op los laat. Op het einde van de teamwedstrijd was het namelijk de partij tussen de beide (letterlijke) Sjaaks van Middelburg en Zie Scherpe Combinatie die uitmaakte of de uitgangshypothese geaccepteerd of verworpen zou worden, oftewel in normale mensen taal gezegd: welk team er de figuurlijke Sjaak zou zijn. Dankzij Sjaak en Sjaak kwam de statistisch gewenste score niet precies op het scorebord, maar daarover later meer.

De schakers van ZSC ontvingen, in het door een warme passaatwind ‘geteisterd’ Scherpenisse, op deze zwoele november(mid)dag de nog ongeslagen gedeelde koploper uit Middelburg. Na in een soort van polonaise (met zijn allen achter de sleutelhouder) de wenteltrap te zijn opgedraaid werden de opstellingen uitgewisseld, zodat iedereen kon zien wie wij hij ging teisteren dan wel door wie hij geteisterd zou worden. De toon werd al snel gezet doordat in alle oprechtheid fijntjes werd gevraagd aan een ‘jonge’ (in ieder geval qua geest) ZSC-er of hij ook mee gaat doen aan het 50plus toernooi: teistering ten top! Wacht maar totdat de persoon in kwestie over HEEL VEEL jaar eindelijk wel mee mag doen aan dat toernooi, dan zal de (teister)wraak zoet zijn ;-)

Traditiegetrouw was Olaf van der Sloot als laatste aanwezig. Traditiegetrouw was hij (denk ik?) ook als eerste klaar (ook al duurde de partij toch wel een tijdje). En jawel nooit meer raden: traditiegetrouw was remise de uitslag. Zonder iets mee te hebben gekregen van deze partij op het derde bord tegen Paul Koster, zal het waarschijnlijk gewoon een solide pot zijn geweest.

Bart Hertog kreeg op het zevende bord tegen M. van Haaften een koningsgambiet voorgeschoteld. Van Haaften had gehoopt op een romantische partij die een ode zou zijn aan de schaakmeesters van weleer alsmede zou passen bij de nostalgische uitstraling van de historische schaakzolder. In mum van tijd werden echter bijna alle stukken afgewisseld en resteerde er een eindspel met een zestal pionnen en een licht stuk voor beiden. De witte onderdanen hadden een betere positie in het strijdperk (om in de terminologie van weleer en lang vervlogen tijden te blijven) en wisten dan ook onder herautengeschal het banier van Middelburg te hijsen.

Kort daarop trok Joost van Eenennaam de stand gelijk. De supersub aan de kant van ZSC trof in Ronald Lauer dezelfde tegenstander als in de laatste ronde van vorig seizoen in de gezamenlijke slotronde in de Sassegrave in Scherpenisse. Zelfde tegenstander, zelfde (achtste) bord, maar wel met verwisselde kleuren: in de slotronde van vorig seizoen speelde Middelburg immers ‘thuis’. Volgens informatie uit eerste hand deed Lauer iets wat hij niet mocht doen, waardoor wit een stuk won en alsook de partij. Dus uiteindelijk ook dezelfde uitslag als vorig seizoen

ZSC kwam op een 2,5 - 1,5 voorsprong doordat Rick van de Breevaart op het zesde bord een bres sloeg in de Franse verdediging van Alex Jonkheer. Volgens eigen zeggen stond Jonkheer toch wel goed (maar dat schijnt vaker gezegd te worden heb ik dan weer op een (schaak)clubsite gelezen, welke overigens net zo een betrouwbare bron is als elke andere site van een schaakvereniging, zoals ook deze twee sites (dat dan weer wel)). Toen de schrijver dezes naar het bord keek was het echter wel duidelijk dat de witte stukken het zwarte staatshoofd een kopje kleiner gingen maken. De Franse verdedigingen deden het vandaag trouwens niet echt best: met 0,5 uit 3 voor de zwartspelers lijken ze in hun eigen guillotine te zijn gelopen.

Bij afwezigheid van Hans Aangeenbrug viel Martin Krijger in op het eerste bord. Hij had zich voorbereid op wat tegenstander Johan de Wolf eigenlijk altijd speelt. Maar bij wijze van uitzondering die de regel bevestigt veranderde de gebruikelijke damepionopening in een Draak met c4 (Maroczy Bind). De partij ging lange tijd gelijk op waarbij Krijger moeilijk een goed plan kon vinden, omdat wit geen aanknopingspunten bood. Op de 24e zet maakte Krijger een foutje in een weliswaar gedrukte, maar gelijkstaande stelling. De Wolf dus in het voordeel, maar moest er nog wel wat voor doen, totdat… Na voorafgaand aan de wedstrijd te hebben aangekondigd dat de gsm’s uit moesten, demonstreerde teamcaptain Martin Krijger wat het effect kan zijn indien zo een ding toch afgaat. De regel bij wedstrijden onder auspiciën van de Zeeuwse schaakbond is dat “Als een dergelijk apparaat, zonder toestemming van de arbiter, aanstaat, dan verliest die speler in de hoofdklas en promotieklas de partij”. Er ging dus zo een apparaat af en ook dit raadt u vast al: de tonen van ‘Paint it Black’ bleken uit de gsm van Krijger te komen. In zo een geval mag natuurlijk de tegenstander claimen, maar ook de wedstrijdleider mag (lees eigenlijk: moet (maar geen ethische discussies over regels versus eigen verantwoordelijkheid hier)) dit doen. In dit geval verklaarde Krijger (als wedstrijdleider) de partij voor zichzelf verloren, waarna hij droog toevoegde: “ik stond toch al slechter/verloren”. Tegenstander Johan de Wolf dus het punt en Middelburg op gelijke hoogte: 2,5 – 2,5.

Inmiddels was de partij op het vijfde bord tussen Marcel Nellen en Sebastiaan Koedoot in een beslissend stadium gekomen. Via volgtijdelijke afruil van een aantal lichte stukken en het daardoor kunnen opstoten van de d-pion won Koedoot op de 35e zet de belangrijke centrumpion op e5. Toen ook nog de geïsoleerde witte a-pion eraf ging en zijn geïsoleerde vriendje op c5 ook nog onder vuur lag (stellingswaarde -2,5 volgens WFH) werd het hoog (letterlijk en figuurlijk) tijd om mindere zetten te gaan doen. En uiteraard was de 40e zwarte zet de zet die het gehele zwarte voordeel weggaf (de 40e en 41e zet zijn in het algemeen bij uitstek geschikte zetten). Kwaliteit verliezen of twee à drie verbonden pionnen (terug)geven? In ieder geval mentaal de rug rechten en proberen om de (volgens WFH nog redelijk gelijke +0,35) stelling blanco te benaderen. Nellen werkte hier aan mee door 1 setje torens af te wisselen, waardoor de twee zwarte virtueel verbonden vrijpionnen op c6 en d4 opeens weer een duidelijke zwarte plus van -1,35 lieten noteren. Het te vroege d3 gaf dit voordeel weer weg, maar de witte actie op de h-lijn kostte de witte toren een aantal tempi, waardoor zwart op -10,93 kwam. Wie geeft dan nou nog weg op een bord met nog zo weinig stukken (uiteraard een retorische vraag)? Nog even een witte torenschaak op e7 ontwijken: de zwarte koning moet naar f2 of d4. A tempo Kf2 gespeeld (vanwege de angst voor de schaak op e4 en het verlies van de zwarte pion op f4, waardoor wit ook twee verbonden vrijpionnen zou krijgen) en nog sneller dan a tempo gaat de evaluatie van -10,93 naar 0.00. Tsja, waarom zou je ook gewoon even doorrekenen wat je met je vrijpionnen kunt doen wanneer je die pion op f4 zou verliezen. Gelukkig maak je fouten (en krachtzetten) in het schaken altijd zelf en was de remise na 64 zetten voor beide kanten dus verdiend. ZSC 3 en Middelburg 3.

Er waren twee partijen die er dus nog langer over deden en ook in de partij tussen Arend Bandsma en Maarten Westerweele op het tweede bord werd de fout zelf gemaakt. Gelukkig voor ZSC nam dit keer Westerweele de onbedoelde rol van gentleman op zich door deze geste te doen. Omdat Westerweele ruim 20 minuten meer tijd had verbruikt dacht Bandsma slim te zijn door zaken te compliceren op de koningsvleugel. Dat werkte niet best, Westerweele speelde sterk en kwam veel beter te staan. In deze betere stelling werd het echter even mistig voor de aanvoerder van de zwarte stukken en profiteerde Bandsma door in een slechtere stelling via een trucje een stuk te winnen. Westerweele verdedigde nog taai, waardoor Bandsma met dat stuk meer nog moest zwoegen om ZSC te verzekeren van een bordpunt (en minimaal een gelijkspel) en zo zelf weer de nodige ratingpunten te verzamelen, iets wat hem het laatste kwartaal ook goed gelukt is.

En dan de beide Sjaken. Sjaak Spiegels speelde op het vierde bord tegen Sjaak Steijn. Beide in tijdnood en onze Sjaak in de betere stelling, welke hij had weten te bereiken door op het juiste moment de druk op de damevleugel op te voeren. Maar een betere stelling in tijdnood met beide nog een dame en toren (en een aantal pionnen) geeft geen garanties. Steijn probeerde alles om Spiegels in een foutje of onnauwkeurigheid te drukken, maar de witte pionnen op b7 en c5 werden netjes gedekt en mogelijke schaakjes op de witte koning op a6 werden uit het spel gehaald. Via een aantal koelbloedige krachtzetten wist Spiegels de zwarte dame en toren terug te dringen naar de achtste en zevende rij en nog een pion op e6 mee te snoepen, waarna er geen witte (tegen)kansen meer waren.

Dankzij de ene Sjaak dus niet de statistisch beoogde 4,5 – 3,5 en dankzij de andere Sjaak geen 4-4, maar wel dankzij beide Sjaken een eindstand van 5-3 ten faveure van ZSC. Goed, inmiddels is het spreekwoordelijk niet raar met al die hondjes die Fikkie heten dat u inmiddels denkt: “geef mijn portie maar aan Fikkie”, maar toch was, ondanks dat de wedstrijd niet in een chocoladefabriek (waar het genuanceerd gezegd toch wel op leek bij het afsluiten tegen een uur of zes) werd gespeeld, het slot van het verhaal toch een soort jongensboek, waar Roald Dahl trots op geweest zou zijn.

Met deze overwinning op, het tot deze ronde ongeslagen, Middelburg doet Zie Scherpe Combinatie met 4 wedstrijdpunten weer volop mee in de kampioensstrijd. Koploper Souburg speelde gelijk tegen De Zwarte Dame en heeft nu 5 punten. Middelburg volgt met 4 punten, op haar beurt weer op de voet gevolgd door Het Witte Paard 4, Zie Scherpe Combinatie en De Zwarte Dame met allemaal 3 punten. In deze tombola die ook wel hoofdklasse genoemd wordt speelt iedereen nog minimaal 1 keer tegen elkaar (er zijn gewoon nog zeven rondes te gaan), dus zelfs hekkensluiter Scheldeschaak kan nog boven komen (maar hopelijk niet in de volgende ronde tegen ZSC ;-) )