Paul speelde met wit tegen Sjaak. Zoals gebruikelijk ging Paul voor de aanval. In de opening speelde hij zijn dame naar het centrum en nam de zwarte toren onder vuur. Omdat dit allemaal nog theorie was, kon zwart dit eenvoudig weerleggen en won zelfs een pion. Dit pionverlies belette Paul niet om de aanval te kiezen. In tegendeel zelfs. Zijn stukken vonden goede posities om de zwarte stelling onder vuur te nemen. Zwart won nog een kwaliteit, maar moest dit bekopen met een zwaar offensief van wit. Sjaak wist alles te keepen en kwam in een eindspel met een klein materieel voordeel. In het eindspel maakte Paul wat tactische foutjes waardoor Sjaak het punt kon binnenhalen.

Martin viel al snel de zwakke f7 pion van Jan aan. Deze dacht lang na en antwoordde met een verrassende loperaanval op Martins dame. Dit blokkeerde een al te gemakkelijke aanval van de witspeler, maar Jans nadeel was dat zijn koning moest opmarcheren naar de centrale velden op het bord. De vorst dekte daar zijn belangrijke paard op d5, en Martins aanval eek te verzanden. Maar toen deed Jan een verkeerde zet wat hem een paard kostte, en hij gaf op.

Marnix den Boer en Frans Nijman speelden een Siciliaanse opening met de zwarte loper op g7. De stukken vlogen van het bord en na een verkeerde ruil van zwart gaf Marnix op de 17e zet mat op de zwarte koning. Een hele snelle partij dus.

Door een fout in de opening verloor Teun twee centrumpionnen. Nadat hij ook nog eens een paard kwijtraakte aan zijn met wit spelende opponent Fokko Baakman werd het verschil onoverbrugbaar: 1-0.

Hans Baris was uitermate verbaasd dat hij tegen Peter de Vrieze moest. Peter blijkbaar ook, want hij vroeg zich openlijk af of hij nu zo laag stond of Hans zo hoog. Ook deze partij ging in een vlot tempo en Peter gaf al gauw een paard weg, waarna een vorkje ook nog eens een toren kostte. Na dameruil was er voor Peter geen eer meer te behalen en gaf hij op.

Bij afwezigheid van de nummer 1 mochten de nummers 2 en 3 tegen elkaar: Mark van Rooten en Eric Bouman. Mark slaagde er in om in de opening en in het middelspel een flinke greep op het centrum te houden. Eric bood manmoedig tegendruk. Na afruil van enkele stukken waaronder de dames, zag Eric een paardvork met schaak over het hoofd en raakte een toren achter. De partij was toen niet meer te redden,

Na een behoudende opening waarin Erik de Vrieze zijn witte paard op een onhandige plek manoeuvreerde werd ondankss dat hij een paar pionnen voor stond remise overeengekomen. Het zou een gecompliceerde eindspel worden met grote risico's op fouten. Erik was hier, net als tegenstander Marco Vieveen, tevreden mee. Een soortgelijke partij speelde zich af tussen Jac Weeland en Ben Snethorst; ook hier werd na veel afruil in een onduidelijk eindspel remise overeengekomen.

Pang Yuen en John van Dalsen hielden elkaar lang een evenwicht, zolang zelfs dat het remise werd.

Johan van de Velde speelde in de derde zet Pa3 waarna Dick Doskwijk de kwetsbaarheid van de vleugel uitbuitte en snel een loper en pion veroverde. Dit was voldoende voorsprong voor de winst. Johan kent nu het gevaar van paarden die aan de zijlijn staan.

Zowel Kees van den Nieuwedijk als Piet de Vreede kwamen goed uit de opening. In het middenspel werd De Vreede iets te gretig en schoof een centrumpion door met de kans op stuk winst. Kees wist dit echter goed te pareren en kon met een voordeel rustig het eindspel ingaan. Toen Piet ook nog eens een paard verspeelde gaf hij op.

Pieter-Jan v.Strien speelde tegen Kees Bimmel een onorthodoxe opening en na een paar zetten kon het theorieboek in de prullenbak. Het was niet alleen een verrassing voor Kees maar ook voor Pieter-Jan zelf want hij liet steken vallen in de opening. Pieter-Jan verloor een pion en een kwaliteit (loper tegen toren). Kees verdubbelde zijn torens op de c-lijn. Omdat Pieter-Jan zijn overgebleven toren naar de 2e rij verplaatste kon Kees een schaakje geven op de 1e rij waardoor Pieter-Jan zijn dame verspeelde. Pieter-Jan, die vanavond duidelijk niet in vorm was, gaf na nog enkele zetten de pijp aan Maarten