Sjaak Spiegels speelde met wit tegen Peter de Vrieze. In de opening speelde Peter voorzichtig en meerdere zetten met hetzelfde stuk. Hierdoor kwam hij achter in ontwikkeling. Om geen pion te verliezen in de opening moest hij zijn rokade opgeven. Sjaak probeerde Peter vast te zetten. Door het ruimtegebrek kon zwart zijn stukken niet goed plaatsen. Het zwarte paard ging verloren toen deze werd aangevallen en er geen terugweg meer was. Sjaak bouwde dit voordeel uit en wist het eindspel te winnen

Martin Krijger met wit ruilde in De Zwarte Leeuw al snel de dames waardoor de koning van Ben Snethorst lange tijd in het midden bleef. Het leverde Krijger en langdurig initiatief op maar Snethorst vond de juiste verdediging waardoor het evenwicht niet werd verstoord. Toen het tot een afwikkeling kwam nam Krijger teveel risico waardoor Snethorst met een centrumaanval winnend kwam te staan. Opgelucht begon hij pionnetjes te snoepen, maar zag stukverlies over het hoofd, waardoor Krijger weer iets beter kwam te staan. Op zijn beurt blunderde ook hij een stuk weg. Snethorst kwam gewonnen te staan, maar zag het niet en berustte in remise.

Paul Greefhorst zette na de opening een forse aanval op de koning van Marnix den Boer op, maar miste in zijn doorrekening dat Marnix met een aanval op zijn dame een tempowinst kreeg. Hoewel er veel venijn in zijn aanval zat, was deze niet venijnig genoeg op door te slaan. Paul verloor een stuk en gaf later op toen Marnix de aanval kon overnemen.

Als Piet de Vreede al had gerekend op een rustig avondje schaken, kwam hij bedrogen uit: Hennie de Jonge trok meteen fel van leer, koos voor de Siciliaanse opening waar De Vreede niet op voorbereid was en al snel een pion achter kwam. Gelukkig voor hem kreeg hij daardoor wel initiatief wat hij lang kon vasthouden, mede doordat de zwarte dame nogal eenzaam kwam te staan en de twee witte lopers actief konden worden. Tegen het eindspel kreeg de Vreede kans op een mataanval, tenminste wanneer het torenoffer, twee maal in de aanbieding gezet, zou zijn aangenomen. Maar zwart liet zich niet verleiden, bezette de aanvalslijn met haar dame zodat er voor wit net geen doorkomen aanwas. Integendeel, de zwartspeelster kwam steeds veiliger te staan en haar twee torens, met een loper op de achtergrond bleken een grote bedreiging. Om deze problemen het hoofd te bieden bleek een te moeilijke opgave voor wit. Toen zijn vlag viel wist hij het weer: dames eerst!!