Op zaterdag 11 april 2015 trokken vijftien schakers naar café ‘De Korenbeurs’ om de wedstrijd De Zwarte dame - Zie Scherpe Combinatie te spelen. Een oneven aantal dus, een soort mini ZSC-crisis?. In spoedoverleg de avond ervoor tussen beide teamleiders was overeengekomen dat ZSC het vierde bord leeg zou laten, alsmede dat daardoor Cor Heijboer niet zou spelen aan Kruiningse zijde. Netjes opgelost, en dus zeker geen koude oorlog (en/of ZSC-crisis) in de hoofdklasse, maar misschien dat beide heren toch een rode telefoon hebben? ZSC poogde nog even de nog steeds in Nederland aanwezige supersub Dig de Graaf te charteren voor deze wedstrijd, maar wegens verplichtingen elders (die overigens wel in de buurt waren), kon de Graaf helaas en begrijpelijkerwijs niet meespelen. Enfin, niet gevraagd is altijd nee. Toch was er aan Kruiningse zijde wel half gerekend op deelname van de Graaf, omdat uit het - op de ochtend van deze zaterdagwedstrijd gepubliceerde - verslag op de site van Denk en Zet bleek dat de Graaf die avond ervoor gespeeld had in de interne competitie. Het voordeel en het nadeel van het media-tijdperk zullen we maar zeggen (complimenten overigens hoe snel de wedstrijdverslagen van DZD altijd op haar site staan). Blijkbaar lezen onze “con-schakers” deze artikelen dus ook! Dat valt natuurlijk te waarderen (en dat doen we zeker ook!), maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat ze letterlijk opvolging geven aan de trend welke beschreven is in het vorige geschreven verslag over ZSC. Onder het mom van “wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten” werden er in deze voorlaatste ronde van de Zeeuwse hoofdklasse weer de nodige sportieve revanches behaald. Zo behaalde het tweede team van Souburg haar revanche op (koploper) Het Witte Paard 4. Goed nieuws voor ZSC zou je zeggen, omdat bij winst op DZD ze HWP op één matchpunt zou naderen, waardoor de slotronde in ‘ons’ (ook een beetje voor Zierikzee) Scherpenisse nog heel spannend zou kunnen worden met het oog op het kampioenschap. En wie weet zou het thuisvoordeel dan ook nog mee kunnen gaan wegen! Het gevoel van thuisvoordeel bekroop ons ook bij het betreden van de zolder van ‘De Korenbeurs’. Hoewel dit geen wenteltrap was, maar wel even stijl, deden veel hout en een bar een beetje aan de schaakzolder in Scherpenisse denken. Nostalgie brengt echter geen resultaat op het schaakbord. DZD volgde de trend door sportief revanche te nemen en ZSC met dezelfde cijfers huiswaarts te sturen, waarmee ze enkele maanden terug zelf verloor. Door het verlies van 4,5 – 3,5 heeft ZSC geen kans meer op het kampioenschap, maar kan ze ook niet meer laatste worden doordat Middelburg heeft verloren van Landau 2. Martin Krijger was de vorige wedstrijd tegen Landau als eerste klaar. Iets wat navolging verdiende vond hij blijkbaar zelf (trend?). Dit keer echter met de leidende rol in plaats van de lijdende rol. Op het zesde bord speelde hij met de zwarte stukken tegen Bram Koeman. In de draak die op het bord kwam beantwoordde Koeman deze niet helemaal correct en liet teveel open lijnen aan Krijger over. Na tegengestelde rokades (altijd spannend), Koeman lang en Krijger kort, offerde de ZSC-er een toren op b2, waarna hij de partij met een schijnoffer Pf6xe4 kon besluiten, omdat er in allerlei varianten onafwendbaar schaakmat dreigde. Een mooie snelle opsteker voor ZSC als compensatie voor het N.O. bord. Rick van de Breevaart speelde op het vijfde bord een geduldige goed opgebouwde partij. Druk opbouwend op de zwarte koningsvleugel, waardoor tegenstander Rinus den Hollander op den duur een onnauwkeurigheid maakte, waarna van de Breevaart via een combinatie voordeel wist te behalen. Nadat van de Breevaart nog een licht stuk won, konden de felicitaties overgebracht worden. Op het tweede bord had Hans Aangeenbrug zich voorbereid op Peter van der Borgt, maar bleek bij het uitwisselen van de teamopstellingen tegen Eric Clarisse te moeten spelen met zwart. Er kwam een Pirc op het bord met Le2 en Le3 zonder Pf3. Een lastig systeem dat ook Corné Bogaard eerder tegen Aangeenbrug speelde. Laatstgenoemde reageerde met a6 en Pc6 en na een paar te voorzichtige zetten van Clarisse wist zwart gelijk spel te bereiken. Toen wit met De3 een klein foutje beging veroverde zwart het loperpaar en kon afruilen naar een gunstig eindspel. De druk op Clarisse nam verder toe door inval van een zwarte toren op a1. Op het moment dat Clarisse een stuk weg blunderde gaven andere zetten wit ook geen kans meer. Eindelijk weer eens winst met zwart voor Aangeenbrug.. ‘Invaller’ Joost van Eenennaam lijkt inmiddels een vaste waarde geworden te zijn voor ZSC. Dit keer mocht hij op het zevende bord de degens kruisen met Jan Capello. Van Eenennaam kwam beter te staan, maar liet zich op het beslissende moment meeslepen in het te snelle tempo en maakte enkele cruciale fouten, waarna Capello het keurig uitspeelde. De invaller van Zierikzeese kant Peter de Vrieze trof met de zwarte stukken aan het achtste bord Herman Schoonakker. Laatstgenoemde had in de partij het initiatief en leek de zwakke pion op de damevleugel aan te vallen; de zwarte loper ging naar d8 en kwam uiteindelijk op a7 terecht waar hij verder geïsoleerd kwam te staan , want de uiteindelijke aanval kwam op de koningsvleugel. F6 was een verkeerde voortzetting en alleen door een kwaliteit te offeren kon de Vrieze het noodlot even afwenden. Hij probeerde nog eeuwig schaak te bereiken maar Schoonakker had dit in de gaten en trok zijn dame terug. Er waren daarna teveel zwakke velden en toen de zwarte dame leek te vallen gaf de Vrieze op. Met een tussenstand van 3-3 waren de partijen op het eerste en derde bord nog bezig. Op het derde bord was inmiddels (vooral voor Peter van der Borgt) de tijdnoodfase aangebroken. Alvorens daar te komen hadden hij en Sebastiaan Koedoot er een voor het oog spectaculaire partij van gemaakt. Onder het mom van “wie niet waagt, wie niet wint” en waarom saai degelijk spelen als het ook aantrekkelijk creatief kan zijn, hadden de heren twee van hun paarden ver in de vijandelijke stelling gegaloppeerd (achteraf bleek deze dag ook de traditionele, beruchte en beroemde Grand National te zijn verreden en versprongen in Engeland, dus wie weet kwam de inspiratie daar wel van). Omdat van der Borgt of de pion op a2 ging winnen of positioneel stabieler zou komen te staan besloot Koedoot de pion op a2 op te geven en zijn toren naar c7 te spelen, waardoor hij bewust zijn paard op b5 ‘vergaloppeerde’, omdat hij genoodzaakt was om deze na zwarts a6 te offeren, maar daardoor wel op b7 kon inslaan en via het opspelen zijn andere paard naar c6 druk kon zetten op de zwarte dame (jaja) op d8. Optisch zag het er allemaal wel aardig uit en voelde het wel goed, mede ook omdat de loper van f1 gelijk via inslag op b5 mee deed en de druk opvoerde en tenslotte de andere loper op e5 de dame nog eens extra onder druk zette. Uiteraard was het achter het bord allemaal niet door te rekenen dan wel te berekenen op het moment dat het “point van no return” (toren naar c7) bereikt werd. Maar beide heren bevestigden op dat moment ook dat ze geen behoefte hebben aan een IM-titel, maar liever stellingen hadden zoals deze: complex, chaos en nog geen idee hebbend wie er boven komt. Nou, dat laatste heeft WFH dus wel. Hoe creatief en optisch mooi het idee van toren c7 ook was, zowel op dat moment als nadat van der Borgt zijn dame wisselde tegen een toren en een loper gaan de WFH-odds naar zwart. Daarna liet van der Borgt zijn torens en lichte stukken ook beter samenwerken, waardoor hij een kwaliteit won (voor zover dit de juiste term was in deze situatie, omdat de materiaalverhouding op dat moment al onevenwichtig was, maar in “punten” nog wel gelijk). Oja, de tijdnood van van der Borgt, daar begon dit lange (maar het was echt een leuke partij) verslag over dit duel op het derde bord mee. Gezien de posities van de nog aanwezige stukken op het bord stond na de kwaliteitswinst van der Borgt straal gewonnen, maar door de tijdnood trok hij zijn stukken terug in plaats van door te drukken. Hierdoor kreeg Koedoot kans om zijn dame om te spelen en te activeren alsmede zijn vrijpion op b4 te ondersteunen met c3, waarna er via schaakjes en wellicht wat wachtzetten er misschien een remise-haven c.q. status-quo bereikt kon worden (WFH geeft nog wel ruim een pion voordeel aan zwart, maar de stelling zat vrij dicht). Of het door de stortbui (of was het toch de brandweeroefening?) van even daarvoor op de ramen kwam, of het halen van de psychologische barrière van de 40e zet, op de 41e zet overzag Koedoot (ondanks 10 minuten naar het bord staren) een paardenvork die hem de dame en de partij kostte. Overigens was het maar de vraag of het anders remise zou zijn geworden, maar het had in ieder geval nog heel lang kunnen duren en op deze manier hoefden van Eenennaam en van de Breevaart niet nog langer op hun chauffeur te wachten… Elk nadeel heeft zijn voordeel. Met de tussenstand van 4 – 3 voor DZD hoefde Willy Meulblok op het eerste bord geen potten meer te breken tegen Arend Bandsma. Meulblok stond op dat moment een pion voor en kon met remise de matchpunten voor de thuisspelende vereniging veilig stellen. Hij bood dit dan ook direct na de opgave van Koedoot aan en omdat het toreneindspel voor Bandsma geen winstkansen bood, werd dit aanbod aangenomen. Hoe de slotstand op hun bord tot stand was gekomen? Het was heel lang geleden dat Bandsma en Meulblok tegen elkaar hadden gespeeld in een reguliere partij. Beide spelers hebben een aanvallende speelstijl, dus het duurde niet lang voordat het spannend werd. Bandsma stuurde zijn G en H-pionnen, die voor zijn koning stonden, naar voren. Dit leverde echter niet heel veel op, en al gauw kon zwart de angel uit de aanval halen door dameruil. In de weg naar de dameruil toe werd door wit een pion verloren, dus moest hij vechten voor remise. De remise halen is dus gelukt, het toreneindspel was voor beide spelers in de eindstelling niet te winnen, maar wel te verliezen als er een winstpoging zou worden gedaan. Zoals eerder gemeld staat er dankzij dit 3,5 – 4,5 verlies voor ZSC niets meer op het spel in de afsluitende ronde, behoudens de eer (en sportieve plicht?). De indirecte ‘strijd’ om de laatste plaats gaat tussen Middelburg en De Zwarte Dame. Eerstgenoemd team speelt tegen Zie Scherpe Combinatie en heeft 1 wedstrijdpunt minder dan De Zwarte Dame, welke tegen Souburg 2 aantreedt. Leek voor deze ronde het kampioenschap een kwestie van tijd voor Het Witte Paard 4, nu is het in de slotronde het erop of onder voor de schakers uit Sas van Gent. In een directe confrontatie met haar enige overgebleven concurrent Landau 2 voor de titel wordt er beslist wie er volgend seizoen landelijk mag gaan spelen. Door de ruime overwinning van Landau 2 op Middelburg ‘volstaat’ winst voor de Axelnaars: geen gereken met bordpunten (tenzij ergens een gsm afgaat in een niet te winnen stelling en een partij eindigt in 0,5 – 0 ;-). Zekerheid is dat de titel in Zeeuws-Vlaanderen belandt: het is nu maar afwachten hoeveel Zeeuwen en vooral hoeveel Vlamingen we over twee weken gaan tellen in het pittoreske Scherpenisse. Tot over twee weken in het gloednieuwe Wo(on)Zo(rg)Co(mplex)!