Peter de Vrieze opende met wit voorzichtig tegen Sjaak Spiegels. Hij zette zijn pionnen niet te ver vooruit, maar kreeg hierdoor wel te weinig ruimte om zijn stukken goed neer te zetten. Spiegels slaagde er in om een aanval op te zetten op de damevleugel. Dit leverde hem een pion op, maar kon niet verhinderen dat zijn loper op de witte velden geruild werd. Door het gemis van de loper op de witte velden werd de zwarte stelling met een pion meer wel passief. Wit trok hierop ten strijde om een pion terug te veroveren. Om de stelling actiever te maken offerde Spiegels een pion. De Vrieze ruilde eerst zijn sterke loper tegen het paard van Sjaak en pikte een pion met zijn paard terug. Echter liep hij hierdoor in een penning. Omdat het paard verloren zou gaan offerde hij het paard. Als Spiegels het paard verkeerd terug zou slaan zat er een mat combinatie in. Ondanks wat tijdsdruk zag hij het valletje en na afruilen van de dames staakte De Vrieze de strijd.

Paul Greefhorst antwoordde met de Bird verdediging op de openingszet van Martin Krijger. Deze kende de variant niet en ging dan ook snel in de fout. Greefhorst won een paard en hield een sterke aanval op Krijgers koning. Om niet helemaal ten onder te gaan besloot Krijger een toren te offeren. Het paard van Greefhorst werd hierdoor in een hoek opgesloten en Krijger nam de aanval over. Greefhorst liet zich niet onbetuigd en gaf een loper om de vijandelijke aanval af te remmen, even later gevolgd door ook nog eens een toren tegen een paard. Per saldo bleek dat Greefhorst twee pionnen meer had, maar Krijger de actievere stelling. Krijger kroop nog door het oog van de naald toen hij in een stelling vol problemen met nog maar 3 seconden tijd een zet vond. Uiteindelijk besloten beiden, uitgeput na een paar uur rekenwerk en spanning, de vrede te tekenen, beiden tevreden na een bijzonder spectaculaire partij!

Kees Bimmel gaf in de opening een centrum pion cadeau aan Adrie de Jonge. Dit belemmerde de ontwikkeling van Bimmels stukken en De Jonge maakte hiervan dankbaar gebruik door een aanval op te zetten. Bimmel kon de aanval afslaan maar hij moest wel het ontstaan van een tweede dubbelpion toelaten. Met voor beiden nog 7 minuten op de klok bood De Jonge remise aan. Bimmel accepteerde dit aanbod omdat hij de winstkansen van De Jonge hoger inschatte dan die van hemzelf.

De partij tussen Henny de Jonge, met wit en Piet de Vreede begon heel voorzichtig waarbij De Vreede enigszins gedrongen kwam te staan. Dat bracht wit ertoe een aanval op te zetten met Paard en Loper waarop zwart plotseling beide stukken aanviel wat De Jonge op het verlies van een loper kwam te staan tegen twee pionnen. Lang bleven beide spelers zoeken naar verdere ontplooiing wat pas goed doorzette toen de dames van het bord waren. Met twee Torens en een Paard ging De Vreede in de aanval waarbij beide Koningen nogal onbeschermd de vrije ruimte in werden gedwongen. Daarbij trok De Vreede tenslotte aan het langste eind van een mooie en spannende partij.

Hans Aangeenbrug wilde eens wat anders en speelde met zwart het Benko gambiet. De bedoeling is een pion op de damevleugel te offeren in ruil voor langdurig initiatief en een mooie stelling. Kees van den Nieuwendijk echter had hier geen zin in en schoof zijn e-pion een veldje op in plaats van het offer aan te nemen. De gruwel van iedere speler die het Benko speelt! Aangeenbrug slaagde er toch in nog een pion te winnen, maar verder dan remise kwam hij niet.

John van Dalsen zette zijn vertrouwde pionnenformatie op wat er al snel toe leidde dat de pionnenketens op de damevleugel ineengeschoven werden en vast stonden. Alleen nog op de koningsvleugel was er nog ruimte iets te proberen. De met zwart spelende Jac Weeland probeerde het maar eens en offerde zijn loper om de witte koningsstelling open te breken. Van Dalsen vertrouwde het offer van geen kant en nam het offer niet aan. Maar dit was in elk geval de verkeerde keus; Weeland kon nu zijn aanval doorzetten en haalde de winst binnen.