Na zes ronden voert Ben Snethorst de ranglijst van Schaakvereniging Zierikzee weer aan, op korte afstand gevolgd door Kees Bimmel en Sjaak Spiegels. De met zwart spelende Kees Bimmel probeerde met een Franse verdediging zijn koppositie te behouden. Aanvankelijk kreeg hij meer pionnen in het centrum, maar deze stonden eigenlijk zijn eigen lopers in de weg. Hierdoor kreeg Bimmel een gedrongen stelling. Met een wilde uitval op de koningsvleugel probeerde tegenstander Sjaak Spiegels een doorbraak te forceren. Echter waren er zulke tactische hindernissen dat het niet lukte om door te breken. Toen Bimmels echter besloot om zijn koningsstelling wat lucht te geven en hier ruimte te pakken, maakte hij een kapitale fout die hem de partij kostte. Hij verloor op slag een vol paard en door zijn gedrongen stelling was het zwarte spel over en moest Bimmel zijn eerste nederlaag van het seizoen incasseren. Ben Snethorst speelde een zware partij, maar wist uiteindelijk Adrie de Jonge toch te overmeesteren. Waar Marnix den Boer een Scandinavische opening wilde spelen schoof witspeler Frans Jansen heel ongebruikelijk zijn e-pion door waarna een Franse doorschuifvariant op het bod kwam, echter wel met een sterke zwarte loper buiten de pionnenketen. Met deze geweldenaar als basis schoof Den Boer zijn stelling stukje bij beetje vooruit. Hij rokeerde, zeer gewaagd, kort. Het pakte goed uit en zijn f-pion kon, ondersteund door de toren, sterk opstomen. De witte koningsstelling kwam onder zwaar vuur te liggen en stortte uiteindelijk in toen Den Boer er ook nog een loper op richtte en met een pion de stelling open brak. Chris van Eldik slaagde erin met een sterk paard achter de vijandelijke pionnen te komen. Het paard bleek een roofdier en richtte zoveel schade aan dat Johan van de Velde al snel kon opgeven. Nadat Paul Greefhorst in de opening een pion had gewonnen kwam Jan Heiligers sterk terug. In een vloeiende manoeuvre won hij de pion terug en speelde de vijandelijke koningsstelling open. Helaas voor hem kon hij zijn voordeel niet uitbouwen, en vond Greefhorst in het eindspel de beste voortzetting wat deze uiteindelijk toch nog de winst opleverde. John van Dalsen, gelukkig weer terug, had het bij zijn eerste wedstrijd niet gemakkelijk tegen Peter de Vrieze. Als vanouds zette Van Dalsen een egelstelling op waar bijna geen doorkomen aan is. De Vrieze rukte met veel pionnen op en slaagde erin er eentje te veroveren. Een lang steekspel begon, maar toen De Vrieze er nog een paar pionnen bij snoepte was het toch gebeurd en kon Van Dalsen opgeven. Hans Baris pakte resoluut het centrum en liep met een sterke pion door, ondersteund door zijn zware stukken. Toen de pion de zevende rij bereikt had, kon hij er ook nog een toren bij zetten en was de rest niet moeilijk meer. Erik de Vrieze staakte zijn verzet en gaf op. Zoals gewoonlijk had de strijd tussen Marco Vieveen en Piet de Vreede een pittig verloop. Vieveen weigerde de opening die De eede in gedachten had waardoor de stelling een gesloten karakter kreeg. Vieveen was dit al snel beu en opende de aanval op het vijandelijk centrum. Er ontstond een forse slagwisseling waarbij De Vreede zijn troef bewaarde voor het laatst. Toen de rookwolken opgetrokken waren, liep de a-pion van De Vreede door naar de overkant, promoveerde tot dame en besliste de partij in het voordeel van De Vreede. Geheel tegen zijn gewoonte is gaf Kees van den Nieuwendijk een stuk weg. Vanuit een eigenlijk verloren stelling startte hij een wanhoopsoffensief met het bedreigen van de vijandelijke koningsstelling. Het zag er gevaarlijk uit, maar was het niet echt. Toen stelde Van den Nieuwendijk remise voor. Tegenstander Pang Yuen sloeg het af en dacht nog meer materiaal te kunnen pakken, en dat was nu net wat zijn Van den Nieuwendijk gehoopt had. Met een torenoffer brak hij de koningsstelling open en Yuen kon opgeven. Fokko Baakman verzuchtte achter het schaakbord: “puinhoop!”. Of het nu op zijn eigen stelling sloeg of op die van zijn tegenstander was niet duidelijk. Witte en zwarte stukken stonden verspreid over het bord, een loper van Baakman kon zomaar een toren slaan maar was bijna afgesloten van zijn eigen koning. Jac Weeland offerde zich een weg naar de ernstig bedreigde witte koning en schuwde geen middel om dat doel te bereiken. Het lukte hem nog bijna ook, maar ergens zag hij het verlies van een belangrijk paard over het hoofd. Baakman kon opgelucht adem halen, de puinhoop was in zijn voordeel opgeruimd.