Sinds Van de Graaf lid werd in 2001 liet hij zich al direct gelden als een sterke en originele speler die nooit opgeeft. Op menig remisevoorstel placht hij ontkennend te antwoorden met de opmerking: “de dood of de gladiolen!”.

Deze belangrijke eigenschappen leverden hem vanaf het voorjaar van 2002 de volgende eindklasseringen op: 2,2,3,1,2,1,2,1,1,4,4, en nu dus zijn vijfde gouden plak.

Kedem Gutkind moest winnen om eerste te worden, en had zich terdege voorbereid, alleen speelde Van de Graaf een andere opening dan verwacht werd. In de Siesta variant van het Spaans zorgden beiden er eerst voor dat hun koningen veilig kwamen te staan, en startte Gutkind vervolgens een offensief op de damevleugel. Nadat deze geopend was kreeg Van de Graaf echter een doorbraak met een toren, en moest Gutkind proberen in het centrum de overhand te krijgen. Toen ook de dame van Van de Graaf de witte stelling binnendrong was het pleit eigenlijk beslecht. Gutkind wist nog op originele wijze dreigingen en valletjes in het spel te vlechten, maar Van de Graaf maakte in opperste concentratie geen fouten en nam in de late uurtjes toch enigszins opgelucht de felicitaties van zijn tegenstander en toeschouwers in ontvangst.

Eerder al was de andere concurrent voor de eerste plaats, Martin Krijger, afgevallen. Hij veroverde al snel in de partij een paard van Sjaak Spiegels, waarop Spiegels een alles of niets aanval op de koning van Krijger inzette. Eigenlijk was het niet correct, maar wel zo razend ingewikkeld dat Krijger de goede voortzetting niet vond. Spiegels kon binnen enkele zetten mat geven en kan volgende week proberen toch nog op de vijfde plaats te eindigen.