Hans Aangeenbrug beantwoordde de opening van Kedem Gutkind met de Pirc. Aangeenbrug kent veel openingen als zijn broekzak, zo ook deze. Kedem Gutkind stelde zijn belangrijke loper van de zwarte velden verkeerd op, zodat Aangeenbrug deze kon ruilen tegen een paard. Hiermee was “het cement uit de witte stelling verdwenen”, zoals Aangeenbrug later opmerkte. Gutkind probeerde met agressief spel het tij te keren, maar Aangeenbrug behield zijn betere stelling en schaakte bekwaam naar winst.

Paul Greefhorst had zich voorgenomen om te winnen, en kwam daar heel dicht bij. In een Spaanse partij trok hij in echt grootmeesterlijke stijl ten aanval en sloeg met zijn paard op F2, de achilleshiel van de witte stelling. Krijger kon het offer niet aannemen, en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging de schade te beperken. Het dappere paard van Greefhorst zwierf onbekommerd door de witte stelling, maar belandde uiteindelijk in een uithoek van het veld. Krijger kreeg langzaam meer vat op de stelling, en na enkele fouten van Greefhorst kon Krijger een mataanval inzetten.

De andere Greefhorst, Linda, wist een goede partij wel met winst af te sluiten. Zij kreeg in de opening al een groot voordeel, wat Frans Janssen probeerde om te buigen met een paardoffer. Linda nam het paard dankbaar aan, en wist haar voordeel zelfs nog uit te bouwen. Zij bleef geconcentreerd spelen en haalde een uiterst verdiende overwinning binnen.

Kees Bimmel zette zich schrap met een gesloten stelling en liet het aan Bas van de Graaf over om initiatief te nemen. In het middenspel dacht Bimmel met een grote afruil alle dreigingen te neutraliseren, maar vergiste zich. Hij bleek uiteindelijk een stuk minder over te houden en kon opgeven.

Pang Yuen en Sjaak Spiegels speelden een lange partij, waarin Yuen met een dreiging naar de zwarte koning voordeel leek te bereiken. In de lastige stelling verbruikten beiden veel tijd, en Yuen greep de zege doordat Spiegels zijn tijd het eerst was verbruikt.

Johan Hoogstrate speelde een prima partij door Dick Doeswijk flink aan te pakken in het centrum. Op het eind leek hij een stuk te winnen en Doeswijk gaf op. Bij het analyseren na de partij kreeg Doeswijk hier spijt van; hij bleek op vrij eenvoudige wijze het stuk te kunnen behouden en stond eigenlijk zelfs iets beter.