We werden koud en hartelijk ontvangen in hun eigen clubgebouw. Koud, want The Royal Albert Hall was nog steenkoud, we begonnen een half uur eerder. Hartelijk, want hun teamleider Albert Vermue was blij ons weer te zien.

Naarmate de tijd en het aantal schakers op hun clubavond vorderde, werd het warmer. Paul beweerde dat de hersens het best werken bij koude.

Of dit van invloed was op zijn partij weet ik niet, feit is dat hij een loper offerde op F7, de zwarte koning op G8 in de gevangenis zette, maar onvoldoende over had om dit machtsvertoon te beslissen. Wat hem uiteindelijk restte was verlies. Kedem zijn partij zag ik helemaal niet, maar hij won en zijn tegenstander had er flink de pest in. Bas kwam goed te staan tegen de stabiele Max Toetenel, maar vergiste zich, wat een punt kostte. Ikzelf (Martin) verloor een pion in de opening, maar dit gaf me wel open lijnen en kansen. Mijn tegenstander raakte de weg kwijt, en ik kon de partij met mat beslissen.

Stand 2-2: vluggeren om de beslissing. Dit verloren we met 3-1, alleen Kedem wist (wer) te winnen.

Dus keerden we huiswarts, met een niet ontevreden gevoel. Bekeravontuur kort, en klaar.