De op de tweede plaats staande Bas van de Graaf trok fel van leer tegen de met zwart spelende Kedem Gutkind. Deze reageerde in een Weense partij wat lauw, en Van de Graaf kreeg de kans om in de stijl van de oude meesters uit het begin van de vorige eeuw een romantische partij op te zetten. Met mooie zetten nam hij de vijandelijke koning onder vuur en kreeg de kans met een mooi offer de partij in een vlammende aanval te besluiten. Van de Graaf echter dacht eerst zijn stukken nóg beter neer te zetten, en Gutkind brak vlijmscherp door de witte veste. In enkele zetten veroverde hij de vijandelijke dame tegen een toren en een paard. In een ingewikkelde stelling kwamen de spelers remise overeen, ook al omdat beiden door tijdgebrek vreesden slechte zetten te gaan doen.

John van Dalsen en Pang Yuen speelden beiden op het randje, maar het evenwicht werd niet echt verstoord. In een moeilijk eindspel leek Yuen door een zwakke centrumpion van Van Dalsen iets beter te staan, maar het was niet voldoende voor winst.

Johan Hoogstrate en Jan Heiligers speelden de derde remise: een partij die in eerste instantie gelijk opging, maar na verloop van tijd kreeg Heiligers een steeds betere stelling. Het was echter erg ingewikkeld en Heiligers bood tot verbazing van Hoogstrate remise aan, wat de witspeler meteen accepteerde.

Piet de Vreede kwam iets beter uit de opening, maar nadat hij een paardaanval op zijn dame over het hoofd zag ging het snel bergafwaarts, en kon Martin Krijger zijn koning op de 19e zet mat zetten.

Hans Aangeenbrug leverde een stukje vakwerk af; gebruikmakend van een paar mindere zetten van Paul Greefhorst zette hij diens stelling helemaal vast en liep met twee pionnen naar de overkant. Greefhorst probeerde als altijd nog met enkele slimme zetten te ontsnappen, maar Aangeenbrug haalde geroutineerd de winst binnen.

Frans Jansen speelde aanvankelijk een partij waar een grootmeester zich niet voor hoeft te schamen. Met overtuigend spel zette hij Peter de Vrieze vast, en toen…  werd het moeilijk. Jansen wist geen goede voortzetting meer en gaf plotseling een toren weg. De Vrieze kon toen simpel de winst binnen halen.

Marnix den Boer verloor al snel een loper, maar zette vol vaart een centrumaanval op. Dick Doeswijk kreeg het aardig benauwd, maar slaagde erin de dreigingen te pareren, en stelde met een tegenaanval de winst veilig.