Sjaak Spiegels was heel goed op dreef. Met nauwkeurig spel won hij een belangrijk pionnetje, en bouwde het voordeel vakkundig uit. Van de Graaf, die zelden verliest, kreeg geen kans meer zijn stelling te verbeteren, en gaf na ruim drie uur spelen op.

De partij tussen Fokko Baakman en Paul Greefhorst ging redelijk gelijk op tot Baakman twee pionnen won en een dreigende aanval opzette. In een wanhoopspoging ging Greefhorst over tot het ruilen van verschillende stukken, wat hem per saldo een heel stuk kostte, maar wel het initiatief gaf omdat Baakman’s koning open en bloot kwam te staan. Met veel schaak met dubbelaanvallen kon Grefhorst de twee pionnen terugwinnen en één pion zo manoeuvreren dat na een dameruil de promotie niet tegen te houden was.  In de dameruil speelde Baakman echter een onreglementaire zet wat hem het terugslaan belette: 1-0.

Linda Greefhorst zorgde ervoor haar koning veilig te stellen voor ze aanviel. Eigenlijk was de aanval iets te optimistisch, want Kees Bimmel zijn stelling was in evenwicht en zonder zwaktes. Greefhorst bleef de witte veste bestoken en er vielen zowaar enkele gaatjes in. Nu zou er nog niet veel aan de hand geweest zijn als Bimmel zich op tijd gerealiseerd had, dat het jeugdtempo gehanteerd werd, één uur per persoon. Toen Bimmel dit in de gaten kreeg, had hij nog slechts enkele minuutjes over. In een stelling, waarin Greefhorst een klein voordeel had, overschreed Bimmel de bedenktijd.

De snelste partij van de avond, en misschien wel van het hele seizoen, werd gewonnen door Frans Jansen. In slechts zes zetten zette hij Peter Verkaart op fraaie wijze mat.

Johan van de Velde speelde een uitstekende partij. Met nauwkeurig positiespel bereikte hij een pionnendoorbraak op de koningsvleugel. Ook tegenstander Dick Doeswijk was inmiddels doorgeroken, op de damevleugel. Van de Velde was tevreden met de mooie stelling en ging akkoord met remise. Bij verdere analyse bleek, dat hij al snel een pion naar dame had kunnen promoveren, met een duidelijk gewonnen stelling.