Bas van de Graaf was als eerste klaar. In een Londense opening kreeg hij een groot overwicht . Hij kon zich zelfs veroorloven eerst zijn stukken op zijn gemak te posteren, om vervolgens de vijandelijke koning onder vuur te nemen. Met een mooi loperoffer maakte hij het karwei af. Sjaak Spiegels kwam met een moeilijke stelling te zitten. Na een centrumaanval kreeg zijn tegenstander een kwaliteit voor een pion. Ondanks lang en taai verzet, moest Spiegels in het verre eindspel het hoofd buigen. Martin Krijger kwam met voordeel uit de opening. Toen de stelling opende kreeg zijn opponent gevaarlijke tegenkansen. Met sterke dreigingen voor beide spelers dwong de Souburger remise af met eeuwig schaak.

De beslissing lag nu bij het eerste bord. Hans Aangeenbrug had een klein maar duurzaam voordeel opgebouwd. Hij consolideerde rustig zijn stelling, terwijl zijn tegenstander in tijdnood begon te komen. Met dodelijke precisie ondermijnde Aangeenbrug de vijandelijke koningsstelling steeds meer, en bezegelde met zijn punt de overwinning van het bekerviertal. In de halve finale wacht de winnaar van de wedstrijd Axel-Sas van Gent.

In de huishoudelijke competitie werden tien partijen gespeeld.

Verrassend was de zege van Teun Brouwer op André Tillema. Brouwer is nu al vijf rondes achtereen ongeslagen, en inmiddels opgeklommen naar de zesde plaats. Een mooie overwinning boekte Alexander Greefhorst. Met een fraai stikmat bezegelde hij het lot van Jos Maaskant. Laatstgenoemde, penningmeester van de club, had zijn koning secuur opgeborgen, als iets waardevols in een kluis. Een paard kan echter over stukken heen springen, en bij een paardschaakje is deze kluis tegelijk de doodskist.