En we wonnen. Nu, in de eerste ronde van de nieuwe competitie, was de tegenstander dezelfde. We konden nu duidelijk de afmetingen zien van het oog van de naald, waardoor we toen gekropen zijn. Een verdiende 5,5-2,5 nederlaag, en er viel weinig op af te dingen. We misten kopman Hans, maar Bas toonde zich wel een waardig kampioen en vervanger. In een open stelling toonde hij zich een goede combinator, en liet als eerste een punt noteren. Arend redde het niet tegen de sterke Dennis van Vliet (1914). Hij speelde een zeldzame variant tegen het Frans, en kreeg wel kansen. Maar de zwarte stelling bleek hecht, en beter. Martin speelde in de opening een verkeerde volgorde. Zijn tegenstander ruilde toen zijn Lg5 tegen Pf6, Martin moest met zijn Le7 terugslaan, en bleef met een slechte witte loper zitten. Pas tegen het eindspel kon hij zich bevrijden, en kreeg tegenkansen. In een ingewikkelde stelling maakte hij nog twee fouten, en kon opgeven. Richard speelde tegen een goede bekende; zijn commentaar:” Voor de zoveelste keer moest ik weer tegen Theo de Putter. De laatste 2 keer had ik gewonnen dus statistisch gezien was het nu zijn beurt om te winnen. Dat bleek dus ook. De opening was erg ingewikkeld, we speelden allebei uiterst scherp. Toen de eerste voorhoedegevechten voorbij waren en er een mooie stand was ontstaan, gaf ik pardoes een toren weg. Einde verhaal.” Herman had het zwaar. Misschien nog kansjes op remise in een eindspel met een loper minder, maar het mocht niet zo zijn. Alex stond materieel gelijk, had zelfs en betere pionnenstelling bij het ingaan van het eindspel. Maar zijn twee paarden redden het niet tegen het vijandelijk loperpaar. Sjaak speelde een prima partij. De sterke Audenaert, rating 1800, had niet veel in te brengen.Sjaak schrijft:"Ik speel met zwart tegen een Catalaanse opening. Door mijn zwartveldige loper op de financhetto te zetten was mijn stelling al snel passief. Wit speelde zijn paard naar E5 met een pion op f4 als ondersteuning. Na het afruilen van het paard stond ik erg opgesloten en vreesde een koningsaanval. Het openen van de damevleugel leek me het enige alternatief. Met de activiteit op de damevleugel kon ik de dame en het paard naar deze vleugel lokken. Toen heb ik mijn koningsvleugel open gebroken. Omdat mijn stukken sneller van de damevleugel naar de koningsvleugel te verplaatsen waren kreeg ik het voordeel. Mijn tegenstander was al in ernstige tijdnood. Om het spel te redden offerde hij een kwaliteit, maar door het stukken overwicht kon ik de druk handhaven. Uit eindelijk ging hij, in een verloren stelling, door de vlag." Peter toonde zich een goed invaller. In een moeilijk toreneindspel, met een pion minder, hield hij het remise. Het was de laatste keer dat we in het UVV speelden. Na hier bijna 20 jaar hoogtepunten en dieptepunten beleefd te hebben, namen we afscheid. Het biljart was al weg, wij nu ook. De sloop kan beginnen. De volgende ronde is op 15 oktober, uit tegen Middelburg 2.