In speelronde tien van de interne competitie van Schaakvereniging Zierikzee bleef de top vijf ongewijzigd. Sjaak Spiegels en Kees van den Nieuwendijk wonnen hun partijen, terwijl Martin Krijger en Tim Fierens afwezig waren. Verder boekte Fokko Baakman tegen Dick Doeswijk zijn derde overwinning op rij en heeft Frans Nijman zichzelf dankzij winst tegen Teun Brouwer gevoegd bij de eerste tien en staat nu negende.

Erik de Vrieze koos met zwart tegen koploper Sjaak Spiegels voor de aanval. En al na negen zetten rammelde het zwarte leger aan de poort van Spiegel’s vesting. Gesteund door een lange rokade en twee opgestoomde centrumpionnen zat De Vrieze klaar om de aanval uit te rollen, maar deed met toren d6 een vreselijke zet. Spiegels ruilde torens op e8, wat De Vrieze twee kostbare beurten met zijn loper koste en daarmee het initiatief aan Spiegels cadeau deed. Vlak daarna won Spiegels zijn eerder verloren pion weer terug. Toen De Vrieze naliet d3 te spelen met schaak (niet gezien) en met de koning ging wandelen werd de kans op een stunt al minder. Omdat beiden een zwarte loper hadden wist De Vrieze dat hij zuinig moest zijn op zijn witte loper. Echter De Vrieze blunderde met c5 waarna Spiegels de witte loper onschadelijk maakte. Hiermee was het zwarte verzet definitief gebroken en met inmiddels een extra pion voor Spiegels was het voor hem een kwestie van uitschuiven. De Vrieze gaf op.

Marnix den Boer offerde een pion in de opening wat hem wel positioneel voordeel gaf, echter verzuimde hij het uit te buiten en na een alles omvattende afruil kwam Kees van den Nieuwendijk met een hele mooie ver doorgedrongen pluspion uit het gevecht. Den Boer kon daar niets meer aan doen en verloor.

Michel Melkert nam al vrij snel het initiatief over in de partij en Jac Weeland moest nauwkeurig manoeuvreren om niet in problemen te komen. Er ontstond een situatie waarbij beide spelers voor de scherpste voortzetting kozen. Uiteindelijk bleef er, na het nodige afruilen, een eindspel over met beiden een torenpaar en twee pionnen op tegenovergestelde flanken en werd er vrede gesloten.

Peter de Vrieze won van Paul Greefhorst in een partij die op het scherpst van de snede werd gespeeld. De Vrieze liet bijna zijn dame insluiten en om dat te voorkomen moest hij een loper ruilen op een plek die de dame van Greefhorst toegang gaf tot de zevende rij. Hier werd De Vrieze gedwongen zijn toren op te sluiten om loperverlies te voorkomen, maar dat was een goede compensatie voor het feit dat Greefhorst zijn toren ook al een aantal zetten niet kon gebruiken om  geen paard te verliezen. Uiteindelijk kon Greefhorst ook een toren op de zevende rij krijgen en de winst was een kwestie van wachten, maar De Vrieze wist iedere poging te blokkeren, en de laatste zelfs met een dreiging van mat in drie, wat Greefhorst pas zag na de eerste van die drie en De Vrieze won.

Na de opening e4 – e5 en de paarden nam Fokko Baakman al vrij snel het initiatief in de partij door d5 op te spelen. Dick Doeswiijk ging zich beperken tot de verdediging en na het nodige afruilen stond Baakman alleen positioneel beter. Door een foute paard zet verloor Doeswijk een pion en werd zijn stelling nog verder verzwakt. Toen  Baakman nog een pion veroverde werd het heel moeilijk voor Doeswijk om er nog wat van te maken. Door een toren afruil kwam de koning van Doeswijk in de problemen en dreigde mat, waarna Doeswijk opgaf.